woensdag 25 februari 2015

De schapenvacht

De schapenvacht


In de schapenvacht
waarin ik slaap vannacht
bijt ik me vast
met wolventanden.
Maar wacht,
dit is vorm uit inhoud,
een ontbrekend stuk
in een puzzel.
De kudde vult
elke leegte
als in tetris.

Iedereen is het eens
met wie hem voedt,
opvoedt. Weidt
volgzaam op wetteloze velden.
Wie spreekt wie aan,
wie brengt het tot luisteren,
ben ik dan de enige
die uit de maat loopt,
uit de tijd?

"Lees dan beter,"
blaat mijn verdediging.
"Ken je maat."
Maar waar ik mijn maat verwacht
graast de kudde,
en de kudde is de kudde,
meer niet.
Tot vluchten gedwongen
voelt elke straat verdacht.

Ik ruik verbrand gras.
De wolf in me zingt,
drinkt de dauw
waar maanlicht blinkt.
Ik aarzel, huiver,
heb onzuiver nagedacht
in mijn schapenvacht.
Ik scherp mijn klauwen
en doop nagels in inkt.

25 februari 2015.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten