woensdag 22 november 2017

Geen zon

Geen zon


Structureel definitief
te laat, elke morgen.
Dagen vertrekken op tijd
en laten me achter
op een verlaten perron
hier in mijn woonkamer.

De stad remt me,
temt me, overstemt me.
Herinneringen
houden alles op afstand.

Ik ruim op en taxeer
hoopvol voorbijgangers.
Eenzaamheid stremt me
en dan lijkt de
dichtstbijzijnde vreemde
een vriend.

dinsdag 21 november 2017

Herkenbaar

Herkenbaar


Hier
verdween mijn moeder.

Hier mijn vader.

Hier verdween ik
in troebele mist.

Hier kwam ik terug,
anders.

Herken me
aan de gaten.

woensdag 15 november 2017

Wie volgt?

Wie volgt?


Naakt achter de handdoek om mijn lendenen,
het voorhoofd rood, stuk zeep in de hand,
net twintig jaar, met honderdtwintig anderen
kaalgeschoren in het gelid achter de vorige.
Pas twintig en ook ik verloochen mijzelf,
bij evaluatiegesprek of ontgroeningsritueel.
Liever had ik, de volgende, meer tederheid,
een glimlach of iets meer tijd gekregen:
'Wie volgt, wie volgt?'

Geen nederlaag was het en ook geen overgave,
wel een moment van spijt als om schoolverzuim.
Ik zweer je, de stoten van deze billenruiters
slaan hele legers tot horigen en vernederden,
en ik zweer op de eikel van mijn eerste druiper
dat ik die stem sindsdien levenslang hoor,
de stem die naar hamburgers en jenever rook,
de stem van het volk, de stem van het bloed:
'Wie volgt, wie volgt!'

Dat lijkt sindsdien in mijn magere armen
elke vrouw als zij klaarkomt te fluisteren.
Dat alle volgenden de handen ineenslaan,
daarom huil ik in mijn nachtmerries,
en telkens weer maak ik mijzelf wijs
dat het meer vernedert gevolgd te worden dan te volgen.
Mocht ik ooit worden tot kreupele, non, gehangene
of wat dan ook, nooit meer wil en zal ik zijn
hij die volgt, die volgt!

Heel vrij naar 'Au suivant' van Jacques Brel.

maandag 13 november 2017

Alles is een wapen

Alles is een wapen


Het liggend toneel
een wakend geheel,
de golfslag volgend.
Vonk van dans
tot de lont opbrandt,
het vuur dooft
en de zee het strand
herneemt.

Leugens van de zon
ruimen plaats
voor lege waarheden
van sterren,
en alles draait,
beter, lijkt te draaien
om waar ik sta:

waarnemer, dagzegger,
toekomstmijder, ongewapend.
Het begin blijkt
niet ver meer.
Zout in de wind,
het zand snijdt.
Herhaal,
blijf herhalen.

vrijdag 10 november 2017

De doler


De doler


Pas bij de pas naar het Westen
vond ik overnachting,
dolende archivaris, Oude Meester.
Ik voed de waterbuffels
en vervolg het naamloze pad
zonder afscheid, verstoten
door gesloten geesten.
Voor de burgerij verachtelijk
en te nachtelijk,
verzwijg ik bestemming,
plant ik zaad in hersens,
doorbreek de samenhang.
Op verzoek van de poortwachter
neem ik afstand van woorden
die ik op bamboe penseel, in twee delen.
Wetten en regels beperken
en blokkeren het altijd nieuwe.

Littekens scheuren open,
oude wonden bloeden.
Ik keer mijn schedel,
doorploeg geheugen en verzen,
illegaal uit principe
en crimineel uit noodzaak.
Voortijdig geboren,
nauwelijks ingedaald,
volwassen ook niet,
en altijd ontijdelijk.
Uit mirre, sterrenstof en wierook
dicht ik hooglied na hooglied
en kan de altijd nabije dood
niet schuwen,
lokkende zwanenzang.

Besneeuwde bergtoppen
lossen op in eiwitmist
en beslagen maanlicht.
Naar onbeperkte ochtenden
zwerft het pad dat geen pad is,
en volg ik, sprakeloos, dagenlang.
Wind en wolken
dragen mijn drakenvleugels,
en tijdloos bezoek ik crematies,
heb muze en fakkels bij me,
vier de teugels en negeer het rijmen.
Zonder omzien op begrafenissen
help ik spitten en duwen
in onbesproken dadendrang.
Dicht u op mijn dood,
dan dicht ik op de uwe.


Over Lao Zi (老子)
(Uit: Poëthement #008, PoëzieClub Eindhoven)